Week 50 Heumense bos

Dit mooie,  grote bos ligt makkelijk bereikbaar langs de A73 bij Heumen en hoort bij de vele gebieden die door mooie wandelpaden zijn verbonden met de Hatertse en Overasseltse vennen. In het Heumense bos heb je vele lanen en paden en verrassend genoeg kom je allerlei soorten landschap tegen tijdens een wandeling. Soms kom je op plekken waar enorme dennenbomen staan, terwijl je even verderop een stukje berkenbos tegen komt. En weer op een andere plek wandel je over kleine, beboste heuvels of verschijnt er uit het niets een klein ven voor je neus. Een interessant gebied dus om eens te gaan verkennen en een lekkere wandeling doorheen te maken.

Zodra je hier wandelt valt er een ding al snel op. Er zijn erg veel vogels! Zeker rond deze tijd zie je regelmatig groepen kleine vogels, zoals staartmezen, koolmezen en andere zaadeters door de toppen van de bomen vliegen. Ze zijn hier opzoek naar dennenappels, waaruit ze met een beetje moeite de zaden pikken en op eten. Ook de specht doet hier aan mee en ga je vast en zeker zien, want ze zijn met vele! Niet alleen de bekende grote bonte specht zie je en hoor je veel, maar ook de kleine bonte specht leeft het hele jaar door in dit bos. Deze specht is de kleinste van Nederland en is nauwelijks groter dan een huismus. In de herfst en winter zijn het stille vogels die lastig te vinden zijn. Maar vanaf maart kan je ze gaan opsporen aan de hand van hun geluid. De kleine bonte specht heeft een veel hogere baltsroep dan de grote en je kan ze dan ook goed van elkaar onderscheiden. Ik vind het wel wat weg hebben van zo’n hondenspeeltje dat als je erin knijpt een hoge toon geeft. Als je dat nou eens een aantal keer snel achter elkaar doet heb je een idee hoe het geluid van de kleine bonte specht kan klinken. Ook de roffel is anders. Hij houdt net wat langer aan, heeft een wat hoger toontje en klinkt een beetje als een naaimachine. Als je het eens wilt horen kan je dat het beste hier kijken: https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kleine-bonte-specht 

In dit bos kan je nog een mooi vogeltje vinden, de boomklever. Deze blauw met roestbruin/oranje gekleurde vogel heeft een paar interessante gewoontes waardoor ik het een erg leuke vogel vind. Zo hebben ze een bijzondere manier van het open krijgen van nootjes. Ze klemmen het nootje tussen de schors van de boom en beginnen dan als een specht op het nootje te timmeren. Hierdoor komt er een gat in waardoor ze de lekkere binnenkant kunnen op eten. Vaak blijven de nootjes daarna tussen het schors zitten, waardoor wij precies kunnen zien waar een boomklever een noot heeft gekraakt. Een andere bijzondere gewoonte heeft te maken met het broedseizoen. Zodra een koppeltje een nestplek heeft gevonden is er een kans dat ze de opening te groot vinden. Ze willen niet dat grotere vogels nog naar binnen kunnen, dus moet er iets gebeuren. Ze gaan dan niet, zoals sommige andere vogels opzoek naar een ander holletje. Nee, ze gaan metselen!  Met modder die ze in de buurt zoeken en speeksel metselen ze de ingang gewoon tot het formaat dat ze wel fijn vinden. Hierdoor hoeven ze niet de perfecte maat ingang te vinden, wat natuurlijk ideaal is in de natuur.

Al deze vogels leven hier natuurlijk niet voor niks. Er is veel eten te vinden en dan bedoel ik niet alleen nootjes en zaadjes, maar ook insecten. Nu het behoorlijk koud is zijn het er nog maar weinig, maar ze zijn hier nog te vinden en dat zegt wel wat. Vooral op de stammen van verschillende bomen kan je nog regelmatig diertjes aantreffen. Pissebedden, zakdragers, spinnen, je kan het allemaal vinden. Zelfs een nachtvlindersoort kan je hier nog spotten. Er zijn maar weinig vlinders die nog levend gezien worden in de koude maanden, maar de kleine wintervlinder kan je dan juist tegen komen. Als vlinder leven ze namelijk vooral tussen begin oktober en begin januari. Vliegen is trouwens alleen weggelegd voor de mannetjes, want de vrouwtjes hebben enkel kleine vleugelstompjes. Let dus goed op, want als je niet gedetailleerd kijkt kan je bij een vrouwtje zo denken dat je met een kever te maken hebt.

 

Goed om te weten:

  • Honden moeten aan de lijn blijven. Zeker in de lente wanneer er hier jonge reeën rondlopen.
  • Op deze website kan je een eigen route samenstellen aan de hand van knooppunten: https://www.visitnijmegen.com/routes/wandelen Je kan bijvoorbeeld het rondje 40-43-43a-35-35a-39-40 maken. En als je eens wat langer wil wandelen kan je via het wandelpad tussen knooppunt 40 en 50 makkelijk bij de Haterste en Overasseltse vennen komen. Maar zonder route is het Heumense bos eigenlijk veel leuker om te verkennen.
  • Parkeren is niet heel makkelijk. Je kan bij één ingang wel goed langs de weg staan, aangezien het een doodlopend pad is. Zie de locatie op de kaart. Wil je liever een fatsoenlijke parkeerplaats, dan kan je het beste bij de Hatertse en Overasseltse vennen beginnen en van daar uit naar het Heumense bos wandelen. Dit is een stuk van ongeveer 3 km, als je bij de parkeerplaats naast restaurant St. Walrick parkeert.

 

Een grote bonte specht.

Het kleine ven verstopt ergens in dit bos.

Het mannetje van de kleine wintervlinder.

Een nootje tussen de stam gestopt en open gemaakt door een boomklever.

Een boomklever.

Een golvend pad door het bos.

Fraai haarmos, een mooie mos soort die je hier veel kan vinden.

Een van de vele sfeervolle paden.

In een bos als dit kunnen ze natuurlijk niet ontbreken: reeën! 

De gewone zakdrager.

Gele trilzwam

Een eicocon van een lantaarnspin. In mijn artikel van het Leurse bos staat een foto van eentje die nog niet bedekt is en dus nog wit. Maar deze is al wat ouder en de spin had hem al bedekt met zandkorrels en andere kleine dingetjes.

Zoals ik al had verteld is dit een heel divers bos. In een deel staan bijvoorbeeld heel veel varens met grove dennen. Iets wat je niet veel ziet hier in de omgeving.

Een gele aardappelbovist.

Als het mistig is krijg je een prachtige, mysterieuze sfeer in het bos. 

Ik weet niet precies welke, maar het is wel een mooie paddenstoel.

Sommige delen van het bos zijn op dit moment wat nat of modderig, zoals deze plek. Gelukkig kan je er meestal wel goed omheen lopen.

Een meeldauwlieveheersbeestje. Een van de weinige kleurrijke insecten in de winter.

Grove dennen en varens. Altijd een mooie combinatie om te zien.

Een stukje berkenbos.

De kaart van het gebied. Rechtsboven bij de P kan je de plek vinden waar je redelijk goed langs de weg kan parkeren. Bij de rode streepjes heb je een ingang. Bij de bovenste ingang kan je oversteken naar het wandelpad dat je naar de Hatertse en Overasseltse vennen leidt.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.