20-5-2020
Op Wereld Bijendag wil ik de wollige, zachtaardige en nieuwsgierige metselbijen in de spotlights zetten. Als je in het voorjaar een insectenhotel ophangt en wat later in het jaar dicht gemetselde gangetjes ontdekt, kan je verwachten dat vroeg in het volgende voorjaar deze leuke bijen tevoorschijn komen. Eerst de mannetjes. Dit is geen toeval, maar de moeder heeft dit zo geregeld. De onbevruchte eitjes waaruit mannetjes komen, heeft ze in de voorste cellen (ruimte tussen twee gemetselde wandjes) van de nestgang gelegd. De mannetjes kan je herkennen aan de witte haren op hun kopje. Zij zijn onmiddellijk al klaar om te paren, waardoor elk mannetje wel door andere mannetjes wordt opgewacht en belaagd zodra hij uit zijn holletje is gekomen (foto 1). Na een paar weken afwisselend ongeduldig heen en weer vliegen en zonnen, komen langzaam aan de vrouwtjes te voorschijn. Zij zijn net een slag groter dan de mannetjes en hebben geen witte baard. Zodra het vrouwtje uit haar holletje is gekropen wordt ook zij belaagd door mannetjes. Niet altijd is ze daar van gediend. Ze spreidt dan haar grote kaken wagen wijd open, wat de mannetjes toch behoorlijk afschrikt (foto 2).
Zodra ze er aan toe is om te paren zitten er al snel een of twee mannetjes op haar rug (foto 3). Het mannetje pakt haar zo vast dat ze niet meer kan vliegen, waardoor ze vaak met z'n tweeën op de grond vallen. Kijk dus uit als je langs een insectenhotel loopt! Na het paren scheiden hun wegen. Het mannetje gaat weer op zoek naar een volgend vrouwtje en het bevruchte vrouwtje gaat op zoek naar een nestplaats. Zolang er ruimte is in het insectenhotel zal ze een van de bamboestokken claimen. Deze wordt dan volledig schoongemaakt en met haar kaken glad gemaakt. Hierna gaat ze op zoek naar stuifmeel. Met dit stuifmeel en wat nectar wordt een bijenbroodje gemaakt (foto 4). Ja echt, ik verzin dit niet! Dit bijenbroodje is het eten voor de larve die uit het eitje gaat komen. Dit eitje wordt op het bijenbroodje gelegd wanneer de moeder denkt dat het bijenbroodje groot genoeg is (foto 5). Als ze dat heeft gedaan is het tijd om de cel af te sluiten. Dit doet ze door een wandje te metselen. Dit wandje is meestal gemaakt van leem of zand dat ze op een al wat vochtige plek ophalen. Maar aangezien dat niet overal te vinden is, is ze ook tevreden met zwarte grond. Deze grondstof wordt dan gemengd met speeksel en door op een handige manier te werken rolt ze er een balletje van (foto 6). Vaak wordt dit allemaal met meerdere vrouwtjes op een plek gedaan. Hierdoor ontstaat een heuse bijengroeve (foto 7).
Nadat het vrouwtje dit proces nog een aantal keer heeft herhaald zit het bamboestokje bijna helemaal vol met nieuwe cellen. Ze laat dan een lege cel tussen de voorste cel en het eind van de bamboestok over en maakt een extra dikke wand in het uiteinde van de bamboestok. Deze wand heet ook wel de sluitprop.
Hierna begint ze gewoon weer opnieuw in een andere bamboestok en gaat zo door tot het einde van haar leven. Het volgende voorjaar zullen haar eitjes ontwikkeld zijn tot bijtjes en zal de volgende generatie in haar voetsporen treden.
foto 1
foto 2
foto 3
foto 4
foto 5
foto 6
foto 7
Reactie plaatsen
Reacties
Wat super leuk om te lezen, Roanne. Ik was al een tijdje van plan om een bijenhotel op te hangen en ga dat nu zeker doen.
Leuk om te horen. Veel plezier met je toekomstig bijenhotel en de bewoners!